Glaskunsttechnieken

De manieren om glaskunst te vervaardigen zijn talrijk. Een overzicht van de meest gebruikte technieken is hieronder aangegeven. Een kunstenaar kan zowel driedimensionaal werk (sculpturen) als tweedimensionaal werk (voorstelling op een glasoppervlak) maken.

 

Driedimensionaal

Casten

Het vormen van gesmolten glas in een mal.

Een mal van gips, was of klei wordt gemaakt in de beoogde contravorm en drooggestookt. Vervolgens worden brokken glas gesmolten en met het gesmolten glas wordt de mal gevuld. De gevulde mallen worden weer gestookt en na afkoelen wordt het gips van het object afgehaald. Het ruwe object wordt schoongemaakt, geslepen en gepolijst. Een mal is ook te maken door het uitbranden van een echt product (bijvoorbeeld een schoen). Daarbij wordt het product in gips gezet en het geheel gestookt totdat het product verbrand, de overgebleven ruimte wordt dan met gesmolten glas gevuld.

Glasbeeldhouwen

Het beeldhouwen met koud glas (glass cutting).

Een klomp glas wordt met hak- en houwgereedschap net zo lang bewerkt totdat de beoogde vorm of sculptuur wordt bereikt.

Glasblazen

Het vormen van vloeibaar glas tot glasobjecten.

Een holle buis (pijp) wordt in een gloeiende pot met dik vloeibaar glas gedoopt zodat een druppel vloeibaar glas aan de pijp blijft hangen. Via de pijp wordt dan in de druppel lucht geblazen waardoor de druppel tot een bel wordt uitgeblazen. Deze hete bel wordt vervolgens met een houten of metalen mal tot een vorm verwerkt. De pijp wordt daarbij steeds rondgedraaid zodat het glas gecentreerd blijft op de pijp. Door regelmatig opnieuw lucht in te blazen, groeit het object. Door bij de luchtbel meer glas uit de pot bij te voegen, wordt de massa van het object vergroot. De gloeiende, hete glasvorm kan verder met scharen en tangen worden gevormd. Tijdens het vormen kan ook kleur worden toegevoegd.

Met een benenschaar wordt in het object, vlak achter de pijp, een kerf gemaakt. De kerf wordt met water afgekoeld zodat er kleine scheurtjes in ontstaan en met een tik wordt het object op de plaats van de kerf van de pijp afgebroken. Het gat, dat in het object achterblijft op de plaats waar het aan de pijp zat, kan worden afgewerkt door het materiaal in de oven te verwarmen en met de zachtgeworden glas het gat te dichten.

Glasconstructie

Het met stukken glas construeren van een glasobject.

Stukken gesneden of geblazen glas worden net zo lang met behulp van constructieve materialen, zoals hout of metal, aan elkaar gemonteerd totdat de beoogde vorm of sculptuur wordt bereikt.

Glasverlijmen

Het verlijmen van koud glas tot een glasobject.

Stukken of repen vlakglas worden net zo lang aan elkaar, op elkaar of over elkaar gelijmd totdat de beoogde vorm of sculptuur wordt bereikt.

Lampworking

Het vormen van gesmolten glas rondom een spil.

Staafjes glas worden met propaan/zuurstofbrander bij een temperatuur van1000ºC gesmolten en tot bolletjes, pegels of slierten gevormd. Het smeltend glas wordt om een roestvrijstalen spil (mandrel) gewikkeld en afgekoeld. Wanneer een holle mandrel wordt gebruikt kan het glas ook geblazen worden waardoor ook holle vormen mogelijk zijn.

Slumping

Het samensmelten van stukken glas tot een sculptuur.

Een mal van klei wordt in de beoogde vorm gemaakt en in de oven geplaatst. Op de mal worden dan stukken glas op elkaar gestapeld en het geheel wordt in een speciale glasoven verhit tot temperaturen van 600ºC tot 820ºC. De glaslagen gaan daarbij smelten en het vloeibaar glas loopt in de mal, zodat na afkoeling het glas de vorm van de mal aanneemt.

Een door slumping gemaakt object is meestal niet geschikt voor buitentoepassingen. Schommelingen in temperatuur kunnen namelijk breuken in de glassculptuur veroorzaken omdat de gekleurde, samengesmolten glasstukken hun uitzettingsverschillen blijven behouden.

Tiffany

Het met tin verbinden van glasfragmenten.

Deze techniek is door de Amerikaanse kunstenaar/ontwerper Louis Comfort Tiffany ontwikkeld. Hij gebruikte een koperfolie (koperen band met een zelfklevende laag) om glas aan elkaar te solderen. De randen van gesneden en geslepen stukken glas worden met de koperfolie omwikkeld waarna de stukken met tin aan elkaar worden gesoldeerd. Voor helder glas wordt koperfolie met een zwarte achterkant gebruikt waardoor de koperen achterzijde niet zichtbaar is door het glas. Verbinden met koperfolie is veel nauwkeuriger dan werken met glas-in-lood. Hierdoor zijn naast 2D-objecten (raamhangers of vensters) ook 3D-objecten mogelijk (lampenkappen, vazen of kaarsenstandaards).

Tweedimensionaal

Brandschilderen

Het beschilderen van een glasoppervlak.

Met een mengsel van een metaaloxide en lijnolie wordt een schildering op een heldere glasplaat gemaakt. Het mengsel wordt met een kwast opgebracht en met fijne pennen of gepunte houtjes worden de overgangen in de schildering gerealiseerd. Na beschildering wordt het glas gelegd op een ijzeren plaat, die bedekt is met een laagje gips of krijt. Het geheel wordt vervolgens in een oven verhit tot een temperatuur van ca. 700ºC. Bij deze temperatuur worden de metaaloxides in het glas gebrand en kleuren daardoor het glas. Dit is een eeuwenoude techniek om op glas te tekenen, die vroeger veelal met glas-in-lood werd gecombineerd.

Afhankelijk van het gebruikte metaaloxide is het glas in verschillende kleuren te brandschilderen. IJzeroxide kleurt het glas groen of bruin, koperoxide rood of blauw, chroomoxide groen, kobaltoxide of mangaanoxide blauw, mangaanoxide én ijzeroxide geel, seleendioxide roodroze. De intensiteit van de kleur is wel afhankelijk van de toegevoegde hoeveelheid oxide, de temperatuur in de oven en de tijdsduur van het branden.

Fusing

Het samensmelten van stukken glas tot en glasvoorstelling.

Op een heldere glasplaat of een stalen reliëfbodem wordt een compositie van diverse stukjes gekleurd glas neergelegd. De glasplaat of reliëfbodem worden in een oven gelegd en de oven opgestookt tot temperaturen variërend van 600ºC tot 850ºC. Bij deze temperaturen versmelten de stukjes gekleurd glas met de heldere onderplaat tot een geheel of vloeit het gesmolten glas over de reliëfbodem uit. Nadat de oven langzaam tot kamertemperatuur is afgekoeld is het object gereed.

Een door fusing gemaakt object is meestal niet geschikt voor buitentoepassingen. Schommelingen in temperatuur kunnen namelijk breuken in het glasobject veroorzaken omdat de gekleurde, samengesmolten glasstukken hun uitzettingsverschillen blijven behouden.

Glas-in-lood

Het met lood verbinden van glasfragmenten.

Met inkt of houtskool wordt op ware grootte de beoogde voorstelling vastgelegd in een werktekening (carton). Het carton wordt ingekleurd c.q. van kleuraanduidingen voorzien. Over het carton wordt dan een calque gelegd en daarop de loodlijsten en de nummers van de kleuren aangegeven. De calque wordt dan uitgeknipt langs het loodpatroon. De uitgeknipte stukken vormen de sjablonen voor het gekleurde of gebrandschilderde glas die dan met een glassnijder op maat worden gesneden. De uitgesneden stukken worden in H-vormige loodlijsten gevat en op de kruispunten de loodlijsten aan elkaar gesoldeerd. Het resultaat is meestal een vensterraam of raamhanger.

Glasetsen

Het bewerken van een glasoppervlak door middel van etsen.

Op de glasplaat wordt een waslaag aangebracht en in deze waslaag wordt met een scherp voorwerp een tekening gekrast. Vervolgens wordt het oppervlak met een laag fluorwaterstofchloride bewerkt. Waar het glas in aanraking komt met de fluorwaterstof ontstaat een matte plek (het glas wordt geëtst). Na een bepaalde inwerkingperiode wordt het glasoppervlak afgespoeld en de waslaag verwijderd zodat de gemaakte tekening zichtbaar wordt.

Glasgraveren

Het bewerken van een glasoppervlak met een roterende diamantstift.

Met een metalen stift, op de punt voorzien van een dunne laag diamantgruis, worden stippen of lijnen in het glasoppervlak geslepen. Zo zijn tekeningen, patronen, teksten e.d. op het glasoppervlak te zetten. Door de stippen of lijnen dichter of verder van elkaar te zetten, is licht en schaduw in een voorstelling te maken. Met lichte druk op de diamantstift kunnen de vlakken tussen dicht bij elkaar liggende lijnen worden opgevuld waardoor een matte onderlaag ontstaat. Met verhoogde druk kan op deze onderlaag opnieuw worden gegraveerd totdat de gewenste voorstelling wordt bereikt. Maar een tekening is ook met slechts één lijn op het glasoppervlak te zetten; de dikte van de graveerstift is dan de dikte van de lijn.

Glasslijpen

Het bewerken van een glasoppervlak door middel van slijpen.

Het glas wordt in de gewenste vorm geslepen met een ronddraaiende carborundum steen. Deze bewerking moet met stromend water worden gekoeld. Het bewerkte glasoppervlak wordt mat. Wanneer een mat oppervlak ongewenst is, kan het geslepen glasoppervlak worden gepolijst zodat het glas weer geheel helder wordt.

Glasverlijmen

Het maken van een voorstelling door verlijmen van koud glas.

De beoogde voorstelling wordt op ware grootte in een werktekening (carton) vastgelegd. Op basis van de tekening worden de gewenste stukken of repen gekleurd glas uitgesneden. De uitgesneden stukken worden daarna op een heldere glasplaat tot een voorstelling verlijmd.

Zandstralen

Het bewerken van een glasoppervlak door middel van zandstralen.

Op de glasplaat wordt van een zelfklevende folie aangebracht. In deze folie wordt met een mes een tekening of voorstelling gesneden. Waar de voorstelling mat moet worden, wordt de folie verwijderd. De glasplaat wordt vervolgens gezandstraald met een fijne carborundum korrel. Het onbedekte glasoppervlak wordt hierdoor geschuurd en mat. De afgedekte glasdelen blijven helder. Na het stralen wordt de rest van de folie verwijderd en is de tekening zichtbaar.